Ervaringswerker

Ervaringswerker
We spreken elkaar aan de telefoon. Ik heb je al eerder gezegd dat ik niet van het woord ervaringsdeskundige hou. Het heeft een bepaalde lading voor mij, ik ben niet deskundig.
Ik ben iemand die zijn ervaring inzet om andere te ondersteunen. Ik werk met mijn ervaring. Ondanks dat ik straks gediplomeerd ben, kijk ik er zo tegenaan. Op deze wijze hoop ik me te onderscheiden van de rest.
Tijdens het gesprek pas je je aan, je gebruikt het woord ervaringswerker. Er is nog zoveel meer dat ik jou wil vertellen in dit kader, maar ik hou mijn mond. Mijn ego zit me in de weg.
Tegen mijn collega uit ik het wel en ik voel dat het echt een ego dingetje is. Bah, wat ben ik soms toch een naar mens, denk ik later. Maar wat is dat dan? Waarom voel ik die weerstand bij het woord deskundig?
Ik heb vanaf mijn 13de met de hulpverlening te maken gehad. De hulpverlening toen werkte heel anders als nu. Het is dan ook 30 jaar geleden. Er werd mij verteld wat ik moest doen. Hun waren de professionals, de hulpverleners. Oftewel, hun wisten het beter, ze hadden er immers voor geleerd.
Toen ik in 2020 begon met werken als ervaringsdeskundige, nam ik een heel groot ego mee. Ik was God’s geschenk voor de mensheid, ik zou wel even vertellen hoe het moest. Ik was me totaal niet bewust van hoe ik overkwam en wat ik deed.
Ik was toch degene met de ervaring, niemand was zo goed als mij. Gelukkig heb ik een collega dat mij liet landen en mij veel heeft geleerd in de afgelopen 2,5 jaar. Hij liet me zien hoe het anders kan.
Mijn ego werd deels gevoed door mijn onzekerheid. Ik overschreeuwde mezelf en liet continu van me horen. Er was een tijd dat ik gehospitaliseerd was door mijn verleden. Dat kwam door de hulpverlening en mijn pooier en andere mensen in mijn omgeving.
Ik kon niet meer voor mezelf denken. Een ander wist het beter, dat dacht ik echt. Wat een verschil met nu. Vroeger was ik elke dag opnieuw bezig met mezelf verdoven en er geestelijk niet willen zijn. Dat heeft ook niet bijgedragen aan het ontwikkelen van een eigen wil of mening.
En nu? Ik heb inmiddels geleerd om vanuit een nederige houding te werken. Ik werk vanuit een gelijkwaardige houding als professional. Dat is knap lastig als mijn ego weer eens in de weg zit, omdat ik denk dat ik het beter weet.
Ik heb inmiddels geleerd dat je moet kijken naar de persoon. Ik moet vooral niet mezelf op de ander projecteren. Dan kan ik kijken naar wat het hoogst haalbare is voor de ander zonder mijn referentiekader toe te passen.
Ik zie veel ervaringsdeskundigen met andere werkwijzen. Ik ben bij mezelf te rade gegaan wat ik nodig had vroeger. Wat vond ik wel prettig en wat vooral niet? Wat werkte wel en hoe kan ik dat inzetten bij een ander?
Inmiddels weet ik dat een papiertje niets zegt. Ervaringsdeskundige is geen beschermde titel. Iedereen mag en kan zichzelf ervaringsdeskundig noemen. En velen doen dat dan ook te pas en te onpas.
Ik zet mijn ervaring in op de werkvloer, vandaar dat ik mezelf ervaringswerker noem. Dat klinkt laagdrempeliger en meer toegankelijker. Het komt vooral omdat ik zelf moeite heb met het woordje deskundig. Ik ben niet deskundig, maar ik heb heel veel ervaring om mee te werken!

Ik kies mij

Ik kreeg vorige week een mailtje van mijn moeder. Het was geen lief mailtje en ik vond de toon van de mail niet aardig. De mail was opnieuw een bevestiging dat ik de juiste keuze heb gemaakt.
Communiceren is nooit de sterkste kant geweest van mijn moeder. Er werd vroeger thuis weinig gepraat. Als je het negeert, gaat het misschien vanzelf over. Dat werkte niet in mijn geval kan ik je vertellen.
Ik kan me herinneren dat ik als meisje van een jaar of 12 aan de eettafel zat met mijn armen in met verband. Ik had mijn polsen kapot gesneden en er zelf verband om gedaan. Het werd compleet genegeerd.
Het was van mijn kant een duidelijke schreeuw om aandacht. Maar mijn schreeuw om aandacht werd vaker genegeerd. Ik moest me niet zo aanstellen werd er dan gezegd.
Ik word er nu vooral erg verdrietig van als ik me bedenk hoe dat voor mij was als klein meisje. Hoeveel emotionele pijn voel je als je je bedenkt dat in je armen snijden een oplossing is. Automutilatie was niet een ding in mijn directe omgeving. Hoe ik op dat idee ben gekomen, ik weet het niet meer.
Ik las een tijdje geleden dat een kind dat mishandeld wordt, stopt niet met houden van zijn ouders, het stopt met houden van zichzelf. Die kwam binnen en goed ook. En denk dan in mishandeling in de breedste zin van het woord.
Mishandeling is niet alleen slaan. Mishandeling is ook een gebrek aan opvoeding, geen grenzen stellen. Denk aan emotionele verwaarlozing, een thuis dat niet veilig voelt of het gevoel van afwijzing. En vooral die laatste 2 hebben mij erg beschadigt.
Ik ben jarenlang bezig geweest met een band hebben met mijn moeder, een band die er niet was. Dat was zo ontzettend vermoeiend en keer op keer deed ik mezelf pijn. Ik was heel goed in de rol als ontspoorde dochter. Ik heb mijn moeder heel veel pijn gedaan en die schuld drukte zwaar op me.
In mijn proces van herstel, zag ik dat ik niet de slechte dochter was. Sterker nog, ik was een kind dat probeerde te overleven. Ik was zo enorm beschadigt dat ik coping had aangeleerd om te overleven in plaats van leven. Waar waren de volwassenen die mij hadden moeten beschermen?
Wat mijn vader deed was altijd zichtbaar. Die dronk, had dan losse handjes, enz. Mijn vader ging vreemd, hij is 3 keer bij mijn moeder weggegaan voor een andere vrouw en ze nam hem elke keer terug. Mijn loyaliteit naar mijn vader toe is al een paar jaar voorbij. We hebben geen contact meer en dat is ok voor mij.
Dat proces met mijn moeder daarentegen, dat is wat lastiger. Ik was nog niet bereid het vertrouwde, veilige gevoel van mijn lijden op te geven. Ik was heel lang niet bereid om de waarheid onder ogen te zien. De waarheid bestaat niet, maar wel mijn ervaring en hoe het echt voor mij was. Ik durfde die laatste hoop op een goede relatie met mijn moeder niet los te laten.
Tot het moment dat ik het wel deed. Ik hou inmiddels genoeg van mezelf om mijn grenzen aan te geven. Ik heb dat vol overtuiging gedaan met heel weinig woorden. Mijn herstel staat op nummer 1 en alles en iedereen die dat in de weg staat, moet wijken. Dat doet pijn, maar ik voel me veilig genoeg bij mezelf om die pijn te dragen. Ik ben ver genoeg in herstel om mijn gehechtheid aan mijn lijden los te laten.
Ik ben op het punt in mijn leven dat ik kies voor mij. Ik kies voor mijn herstel en alles wat daar bij komt kijken. Ik besef me dat ik een keuze heb. Ik weet ook dat sommige keuzes pijn doen, zowel bij mij als bij een ander. Ik draag mijn verantwoordelijkheid en accepteer de gevolgen van mijn keuzes. Deze keuze kan ik alleen maken omdat ik in herstel ben. Ik kies mij, elke dag opnieuw!

Snijden

Ik kom terug in Utrecht met de trein na een dag school. Ik ben moe, het was intensief vandaag. Ik haal de kinderen op van de opvang en doe wat ik moet doen als alleenstaande moeder. Eten maken, helpen met tanden poetsen, billen wassen en de kinderen naar bed brengen.
Ik help de jongste met zijn kleren uitrekken en voor ik het weet lopen de tranen over mijn wangen. Ik probeer mijn pijn nog even weg te slikken. Ik leg de kinderen op bed, het licht blijft nog een paar minuutjes aan, ze mogen even lezen.
“Mama, niet huilen.” Ik leg uit dat ik erg moe ben, dat mijn tranen niet hun schuld zijn. Mama’s zijn soms erg moe en dan huilen ze een beetje. Het licht aanlaten doe ik expres, dan komen ze niet uit bed en dat geeft mij een paar minuten om deze pijn te voelen.
Ik heb de afgelopen week 2 keer gesproken, om mijn verhaal te delen. Dan ben ik open en durf ik steeds meer van mezelf te laten zien. Ook de kwetsbare dingen waar ik me vroeger voor schaamde in actieve verslaving. Anders heeft het voor mij geen zin om mijn verhaal te vertellen.
Vandaag op school ben ik diep gegaan voor mijn gevoel. Ik heb voor het eerst mijn pijn uitgesproken over bepaalde trauma’s. Ik was trots op mezelf, ik wist niet dat ik zoveel durfde te voelen. Het voelt als een stap verder in herstel.
Ik kom thuis en knuffel mijn kinderen wat steviger. Ik wil me troosten door hun nabijheid. Ik doe mijn dingen nu even op de automatische piloot en het moment dat ik de kleren uittrek bij mijn jongste, is het moment waarop ik besef dat ik me leeg voel. Ik wil me niet meer zo voelen.
De volgende gedachte is “Ik moet mezelf snijden!” Ik schrik, de drang is zo intens en ik schakel direct. Wie kan ik bellen, wat moet ik doen? Is de buurvrouw thuis? Dan kan ik mijn messen bij haar afgeven. Terwijl ik mijn kind help met uitkleden en zijn pyjama aantrekken, flitsen deze gedachten door mijn hoofd.
Dan ineens het besef, hoe verdrietig is het dat ik mezelf wil snijden om te voelen dat ik leef. Ik voelde zoveel de afgelopen week. Mijn lesdag vandaag was misschien net even teveel. Ik weet nog niet hoe ik met dat gevoel moet omgaan, me leeg voelen. Deze manier van me leeg voelen is juist positief, het is omdat ik emotioneel aan het opruimen ben. Helaas lijkt het op dissociatie en het triggert oude coping.
Voor het eerst in mijn leven voel ik pijn omdat ik me besef dat die oude coping zo niet ok is. Deze drang om te snijden zodat ik voel dat ik leef. Ik was deze keer niet verdwaald in mijn hoofd, ik voelde alleen heel veel en daarna voelde ik even die leegte. Ik huil en deze pijn die ik nu voel is verdriet voor mijn oude ik. Ik huil om dat kleine meisje dat ooit had bedacht dat snijden de oplossing was.
Na een paar minuten droog ik mijn tranen, de drang om te snijden is weg. Het verdriet om mijn oude ik, in dit geval dat kleine meisje, mag er zijn. Het voelt als de volgende stap in herstel en ik ben vooral dankbaar voor dit besef en deze inzichten. Ik kan de pijn toelaten, ga er doorheen en ik durf het eindelijk los te laten.
De oude coping, dat past niet meer bij mij. Dat het van tijd tot tijd in mijn gedachten komt, is niet nieuw. Ik vecht er tegen of ik laat de gedachten toe en ik doe het niet. Het zijn gedachten, die komen en gaan. Het zijn momentopnames en ik weet dat ze voorbij gaan.
Ik vecht om de beste versie van mezelf te kunnen geven aan mijn kinderen. Ik had nooit van te voren kunnen bedenken dat ik mijn kinderen tegelijkertijd zo nodig zou hebben in dit proces. Na nog een laatste kus doe ik het licht uit op de kinderkamer. “Tot straks in dromenland.”

ECH training

E.C.H. staat voor Ervaring, Contact en Herstel.

Deze begrippen zijn toonaangevend wanneer je wilt werken in het veld van ondersteuning, gelijkwaardigheid en empowerment in de zorgsector. Het principe van peer-based herstel komt hierbij tot zijn recht. De cursus is interactief en bestaat vooral uit ervaringen opdoen in een veilige setting op basis van bestaande theorieën.

5 oktober starten we met de nieuwe ronde van de ECH training. Er is nog plek, meld je aan via doenenlaten2020@gmail.com of bel Phil 06-55363194

Sexwerker

Ik heb een beetje moeite met het woord sexwerker. Als ik het typ op mijn laptop, verschijnt er ook rood lijntje onder. Zelfs mijn laptop herkent het woord niet. Ik heb zelf 19 jaar in de prostitutie gezeten. Als ik het op die manier verwoord, heb ik er geen moeite mee om het te zeggen.
Het liefst zeg ik hoe het was, hoe het echt voelde voor mij. Ik speelde de hoer, met de nadruk op spelen. Op die manier kon ik mezelf voor de gek houden, wat ik was tenslotte geen hoer, ik speelde er eentje. Sexwerker wekt voor mijn gevoel de indruk of ik werk met sex.
Het was voor mij geen werk. Niet zoals ik nu aan het werk ben. Ik deed het omdat ik een verslaving moest bekostigen. Ik had het geld nodig en ik was afhankelijk van drugs. Dat gaf me zo’n machteloos gevoel, alsof een klant macht over me had. Hij had tenslotte geld en dat wou ik zo snel mogelijk hebben.
Ik had allerlei mindfucks bedacht om te overleven in die wereld. Het was puur voor mezelf om me staande te kunnen houden in een keiharde wereld. Ok, ik was zelf ook niet de makkelijkste, eerlijk is eerlijk. Ik verdoofde mezelf, schakelde mijn gevoel uit. Op die manier lukte het me om het spelletje te spelen, om het vol te houden.
Het was vernederend voor mij om avond aan avond te tippelen op de Europalaan. Dingen te doen met mannen die 9 van de 10 keer niet eens de moeite hadden genomen om zichzelf op te frissen. Ik heb ook in clubs gewerkt en achter het raam. Daar kon je je tenminste nog wassen.
Ik heb op 19 jarige leeftijd in Duitsland gewerkt, heb daar een pooier gehad. Ik werd zelfs door verkocht aan een andere pooier. Ik wist wat ik waard was, 20.000 Duitse mark. Dat gedoe daar in Duitsland is ook niet goed geweest voor mijn zelfbeeld. Ik heb er nog jarenlang nachtmerries over gehad.
En toen kwam na bijna 20 jaar het moment dat ik besloot te stoppen. Er groeide nieuw leven in mij en het werd tijd om andere keuzes te maken. Het fysiek stoppen met het werk was echt niet het moeilijkst, maar de strijd in mijn hoofd was zo zwaar af en toe.
Mijn lichaam was een ding geworden om geld mee te verdienen. Mijn hoofd zat vol met verhalen die ik mezelf had wijsgemaakt om te overleven. Hoe kan je van jezelf houden als je walgt van je lijf, als je je schaamt voor de dingen die je met je hebt laten doen voor een paar euro?
Het is me gelukt, anders had ik er niet over kunnen schrijven. Stukje bij beetje, kleine stapjes de goede kant op. Soms lukt het nog steeds niet helemaal in mijn hoofd, soms droom ik nog erover. Maar mijn lichaam wat ik eerst zo haatte, heeft me 3 prachtige kinderen gegeven.
Ik heb mezelf kunnen vergeven. Ik durf zelfs te zeggen dat ik me niet meer schaam. Ja, ik heb er ooit een gigantische puinhoop van gemaakt. Nu weet ik dat ik aan het overleven was. Ik was 16 jaar toen ik begon met de hoer spelen. Op die leeftijd kun je geen bewuste keuze maken met betrekking tot dat vak.
Waarom zeg ik dan dat ik de hoer heb gespeeld? Is dat geen stigma? Voor mij niet. Op deze manier kan ik het zien als iets dat achter me ligt. Door het zelf zo te benoemen, haal ik de macht weg bij een ander die slecht over me wilt praten.
Ik heb die oude Vanessa zo ontzettend lief. Soms zie ik ineens een stukje oud gedrag van mezelf. Ik kom mijn oude ik nog zo vaak tegen, zeker tijdens mijn opleiding. Door van mezelf te houden, zie ik het, accepteer ik het en kan ik het proberen los te laten. Vechten tegen mezelf is veel te vermoeiend. Het is wat het is.
En alle bedachte mindfucks rondom dat verleden? Het zijn goede verhalen geworden waar ik samen met anderen inmiddels om kan lachen. Dat is heel fijn om te mogen ontdekken, na al die jaren vol schaamte.
Geschreven 30 januari 2021